maxima-kroon.tif

Blijf uzelf, want zo hebben we u leren kennen

Paul Vlaar (1971)

Sinds het WK voetbal van 2010 bekend als ‘de Oranje-pastoor’

pastoor te Obdam

Aan de jarige Prinses Máxima,

Het duurt even voordat mijn handen het toetsenbord vinden om deze brief te typen. Ik worstel met het vinden van de juiste toon. In mijn gedachten bereid ik een zin voor. Terwijl ik mezelf hoor denken ‘Geachte Koninklijke Hoogheid’ is er iets in mij dat in opstand komt. Het past niet bij het beeld dat ik van u heb. Alweer een dilemma. Moet ik ‘u’ zeggen? Het liefst schrijf ik ‘je’. Alsof we elkaar al jaren kennen. Dat gevoel straalt u uit. Geen prinses ver weg, maar een prinses die ook mens is en die daardoor dicht bij de mensen staat. Dat is uw kracht. Ik neem er graag een voorbeeld aan.

Ik ben priester in de rooms-katholieke kerk. Mensen noemen me ‘pastoor Paul’. Dat voelt goed. Geen afstandelijke titels zoals ‘mijnheer pastoor’. Ik wil graag tussen de mensen staan. Om zo te luisteren wat er leeft. En te laten zien dat ik een mens ben. Parochianen mogen me zien in mijn kwetsbaarheid. Als ik worstel met de kerk waarin ik sta, dan maak ik daar geen geheim van. Of als er dingen anders hadden gemoeten, vraag ik om vergeving om te laten zien dat ik ook mijn fouten en gebreken heb. Ik hoop de kerk zo een menselijker gezicht te geven. Zoals u het koninklijk huis een menselijk gezicht geeft. U bent een aanwinst voor ons land. Ik herinner me nog één van de eerste officiële interviews waarin u een antwoord van uw aanstaande man ‘een beetje dom’ noemde. Daarmee liet u zien dat leden van het Koninklijk Huis mensen zijn zoals iedere andere Nederlander. Afstand maakte plaats voor nabijheid.

Die nabijheid zie ik ook terug in uw inzet voor de samenleving en de wereld. U bent nauw betrokken bij microkredieten. Deze vorm van hulp werkt goed. Juist omdat de mens centraal staat. Dat geeft ontwikkelingshulp een gezicht. Fantastisch hoe u zich hiervoor inzet. Naast de vele andere dingen die uw aandacht vragen. Ondanks uw vele werk buitenshuis, lukt het u tijd te maken voor uw gezin. Hierin bent u een voorbeeld voor mensen van uw generatie. Mensen met vaak jonge gezinnen. Mensen die moeten schipperen tussen carrière maken en tijd overhouden voor hun partner en de kinderen. U weet daar balans in aan te brengen. U bent voor vele veertigers een voorbeeld.

U bent ook een voorbeeld voor mensen die hun vaderland verlaten hebben om elders een bestaan op te bouwen. Het was een van de thema’s van de huwelijksdienst op 2 februari 2002. Er werd gelezen uit het Bijbelboek Ruth. Ruth is de schoondochter van Naomi. Ze blijft met haar schoonmoeder in een voor haar vreemd land. Als Naomi Ruth vraagt om terug te keren naar haar vaderland zegt Ruth: ‘Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God.’ Sinds uw huwelijksviering kan ik deze passage niet lezen zonder aan u te denken. En aan de traan die over uw wang rolde. Heel Nederland leefde met u mee. En heel Nederland voelde hetzelfde: ‘Wat een prachtvrouw is tot het koningshuis toegetreden. Een vrouw om van te houden.’ We zijn trots op u, Prinses van Oranje. En ook ik.

Ik voel me met u verbonden. Zeker nu we dit jaar allebei veertig worden. Ik werd het op 4 maart. U wordt het op 17 mei. Maar ook de kleur ‘oranje’ verbindt ons aan elkaar. U bent Prinses van Oranje. Ik word sinds afgelopen jaar ‘Oranje-pastoor’ genoemd.

Op de zondag van de finale van het Wereldkampioenschap voetbal – 11 juli 2010 – droeg ik in de Sint Victorkerk van Obdam de mis op in een oranje kazuifel. Beelden van die mis gingen de hele wereld over. Ik werd er twee maanden voor geschorst. Dat is een heel moeilijke periode in mijn leven geweest. Ik kon niets voor mensen betekenen. Dat viel me zwaar. Gelukkig stond de hele parochie op om me te steunen. Achter ieder raam in Obdam hing een poster met daarop de tekst ‘Pastoor Paul moet blijven’. Sommige mensen voegden met een zwarte viltstift iets toe waardoor er kwam te staan: ‘Pastoor Paul moet zichzelf blijven’. Dat is wat ik tot op de dag van vandaag probeer. Ik wil recht doen aan wat er van me wordt gevraagd, maar zonder mezelf te verliezen. Er is zoiets als een kerkelijke leer, maar het leven vraagt soms om andere beslissingen.

Ik wens u toe dat het u ook lukt om uzelf te blijven. Want zo hebben we u leren kennen. En dat is wat mij – en velen met mij – zo aanspreekt. Succes met uw vele en goede werk voor ons land en onze wereld. Geniet daarnaast van uw man en het gezin.

Langs deze weg wil ik u van harte feliciteren met uw veertigste verjaardag. Maak er een mooie dag van. Zie er niet tegenop om een jaartje ouder te worden: het leven begint immers bij veertig. Ik kan er uit ervaring over meepraten.

Zoals ik met twijfel aan mijn brief begon, zo sta ik ook aan het einde ervan in tweestrijd: zal ik zo onbescheiden durven zijn en een verzoek neerleggen? Ik trek de stoute schoenen aan en wil u het volgende laten weten. Het is voor mij als Oranje-pastoor een grote wens om u, Prinses van Oranje, te mogen ontmoeten en de hand te mogen schudden. Met de hoop in mijn hart dat die wens eens uitkomt, groet ik u van harte,

Paul Vlaar